RVS, INOX, roestvast staal, roestvrij staal, hollimex heeft het allemaal!

 

Roestvast staal, ook wel roestvrij staal, roestvaststaal, roestvrijstaal of kortweg rvs en inox genoemd, vormt ongeveer 3% van de totale hoeveelheid staal die wordt toegepast in bijna alle industrietakken en huishoudelijk gebruik.

 

Roestvrij staal en roestvast staal zijn beide juist. Roestvrij staal is echter in de volksmond het gebruikelijkst en bekendst.

 

Roestvast staal wordt veelal toegepast op die plaatsen, waar een goede corrosie- en/of sanitaire bestendigheid een eerste vereiste is. Kijk maar eens in uw directe omgeving, bijna overal wordt roestvast staal bij gebruikt. Bestek, messen, scharen, handgrepen, wasbakken, kookplaten, (naai)naalden, diverse onderdelen van machines en/of gebruiksvoorwerpen, kranen, ventielen, gevelplaten, liften, sieraden, gereedschappen, complete proces componenten, leidingwerken en constructies zijn zomaar van die voorbeelden die we dagelijks tegenkomen. Het technisch en economisch belang van roestvrij staal is dan ook veel groter dan door het bovengenoemde percentage wordt aangegeven. Roestvrij staal is wel duurder dan gewone koolstofstaalsoorten. In tegenstelling tot veel andere materialen echter kan roestvrij staal in het algemeen zonder deklaag worden gebruikt en is de levensduur ook langer. Dit is dus weer kostenbesparend en geeft lagere onderhoudskosten. Tevens is het minder belastend voor het milieu.

 

De specifieke eigenschappen van roestvast staal wijken sterk af ten opzichte van ongelegeerd staal. Een voorbeeld hiervan is corrosieschade, die wordt veroorzaakt door toepassing van bepaalde ver- en bewerkingsmethoden. Deze methoden zijn bijvoorbeeld wel geschikt voor gewone staalsoorten, maar niet zonder meer voor roestvaststaal. Er kan o.a. corrosieschade optreden door de aantasting van de chroomoxydehuid. Het chroom gaat namelijk aan het oppervlak een verbinding aan met het koolstof, zodat er een chroomoxydehuid wordt gevormd. Deze huid is kleurloos, flexibel, dicht en hecht zeer goed aan de ondergrond. Dit alles zorgt dus voor een extra corrosiebestendigheid. Wordt deze chroomoxydehuid dus aangetast door o.a. mechanische en/of chemische bewerkingsmethoden en/of beschadigingen (krassen), dan kan er lokaal corrosieschade optreden. Tevens dient men goed op te letten bij de opslag en montage van roestvast staal. Direct contact met andere materialen kan namelijk ook voor corrosieproblemen zorgen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het bewaren van roestvast staal in koolstofstalen rekken en aan slijp-, zaag-, frees- en laswerkzaamheden. Verder is de kwaliteit van de oxydehuid sterk afhankelijk van de chemische samenstelling van o.a. de chroomoxyden, ijzeroxyden en nikkeloxyden, oppervlakteafwerking en de omstandigheden waaronder de oxydehuid is gevormd. Als bijvoorbeeld de huid tijdens een hoge temperatuur in combinatie met zuurstof is gevormd, is hij poreuzer en dus minder corrosiebestendig dan bij lagere temperaturen.

 

Het verwijderen en/of herstellen van de (oude)oxydehuid kan plaatsvinden door middel van mechanische bewerkingen zoals borstelen, slijpen, polijsten, trommelen, stralen, elektrolytisch polijsten of door middel van beitsen met een mengsel van diverse zuren. HOLLIMEX heeft hiervoor ook diverse producten op voorraad. Denk hierbij aan slijp-, polijst-, beits- en schoonmaakmiddelen, gereedschappen, zuurbestendige kwasten en beschermende hulpmiddelen zoals (zuurbeschermende)handschoenen, brillen etc.

 

De overgang van roestend naar niet roestend gaat vrij abrupt. Bij chroomstaal ligt de grens bij ongeveer 11%. Chroom heeft tevens de leuke eigenschap dat het er voor zorgt dat het materiaal beter bestand is tegen oxydatie bij hogere temperaturen. Om bepaalde specifieke eigenschappen te verkrijgen, kunnen er naast het chroom ook andere elementen aan het materiaal worden toegevoegd. Denk hierbij aan verbeteringen van het materiaal ten behoeve van de corrosie- en slijtageweerstand en de sterkte-, bewerkings- en temperatuureigenschappen.

Enkele toevoegingselementen zijn:

  • nikkel, dit geeft een betere weerstand tegen hoge temperatuur-oxidatie en spanningscorrosie

  • molybdeen, dit geeft een betere weerstand tegen put- en spleetcorrosie

  • koolstof, bij het verlagen van het gehalte geeft dit een betere weerstand tegen inter-kristallijnen corrosie

  • silicium, dit geeft een betere weerstand tegen hoge temperatuur-oxidatie

  • titaan, dit geeft een betere weerstand tegen inter-kristallijnen corrosie

  • zwavel en selenium, deze geven een betere verspaanbaarheid.

 

Roestvast staal typen

Er zijn tientallen roestvrij staal typen. Om deze te onderscheiden zijn er diverse classificatiesystemen. De bekendste classificatiesystemen in Nederland zijn de Amerikaanse Iron and Steel Institute (AISI) en het Duitse Werkstoffnummer. De werkstoffnummers zijn over het algemeen nauwer bepaald dan de AISI nummers, waardoor er meestal verschillende Duitse werkstoffnummers overeenkomen met één AISI nummer. Als voorbeeld nemen we de werkstoffnummers: 1.4404, 1.4408, 1.4435 en 1.4435BN2. Deze vallen allemaal onder het AISI type 316L. Fabrikanten die alleen met AISI types werken hebben het dus veel makkelijker en kunnen bovendien veelal goedkoper produceren.

 

Het austenitisch roestvast staal of wel de AISI 300-serie, vertegenwoordigt de grootste groep roestvast staaltypen. Deze groep is afgeleid van 18/8 samenstelling . 18 staat voor 18% Cr (chroom) en 8 staat voor 8% Ni(nikkel). Het materiaal is niet magnetisch, goed corrosiebestendig, heeft een hoge uitzettingscoëfficiënt en is een slechte geleider van warmte en elektriciteit. De mechanische sterkte is matig, maar neemt sterk toe bij kouddeformeren. Het materiaal wordt dan wel zwak magnetisch.

De meest gebruikte types in de AISI 300-serie zijn: 304, 304L, 321, 316, 316L en 316Ti. In de werkstoffnummers zijn dat de types: 1.4301, 1.4306, 1.4541, 1.4401, 1.4404 en 1.4571. De meeste producten die HOLLIMEX op voorraad heeft vallen dan ook onder één van deze types. De 316 types zijn over het algemeen wat beter bestand tegen corrosie en zijn dus geschikter voor een zuur- en/of zeeklimaat. De L- en Ti-types zijn beter geschikt voor laswerk.

 

Lees verder ....